Menu

Nader ecologisch onderzoek

Nadat de Quickscan Flora en Fauna uitgevoerd is, kan het soms nodig zijn om een nader onderzoek te verrichten. Bij de Quickscan Flora en Fauna zijn eerst de mogelijke verblijfplaatsen in kaart gebracht. Lang niet altijd is een holte of een nest bewoond. Met een nader onderzoek bepalen wij of deze ruimtes ook daadwerkelijk in gebruik zijn of sluiten dit uit. Wij doen veel nader onderzoek naar (roof)vogels, huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen. Maar ook andere soorten zoogdieren of reptielen en amfibieën komen voorbij.

Nader ecologisch onderzoek

Nadat een Flora en Faunacheck is uitgevoerd kan het soms nodig zijn om een nader onderzoek te verrichten. Bij de Quickscan Flora en Fauna zijn eerst de mogelijke verblijfplaatsen in kaart gebracht. Denk hierbij aan nesten, ruimtes onder dakpannen, kieren achter boeidelen of open voegen van spouwmuren. Bij groenprojecten kijken wij naar holtes in bomen, nesten en holen in de grond. Lang niet altijd is een holte of een nest bewoond. Met een nader onderzoek bepalen wij of deze ruimtes ook daadwerkelijk geschikt zijn voor bewoning, daarna kijken wij of ze in gebruik zijn of sluiten dit uit. Het vaststellen of uitsluiten van bewoning doen wij aan de hand van de voorgeschreven protocollen van bijvoorbeeld de zoogdiervereniging.

Ecologisch onderzoek aanvragen

Vleermuisonderzoek

Vleermuizen zijn zoogdieren die in de nacht actief zijn. Overdag zijn ze verstopt in holletjes in gebouwen of bomen. Deze holtes, kieren of nissen kunnen de functie van zomer- winter of kraamverblijf hebben. Onderzoek richt zich dan ook op het inspecteren of observeren van de in de quickscan aangetroffen holtes. Een onderzoek begint met het analyseren van bestaande gegevens over vleermuizen in het gebied via databases. Daarna worden met behulp van bat detectors, die de ultrasone echolocatiegeluiden van vleermuizen opvangen, de verblijfplaatsen en vliegroutes in kaart gebracht. Vleermuisonderzoek vindt altijd net na zonsondergang plaats, in de nacht en vroege ochtend. De opgenomen geluiden worden geanalyseerd om de aanwezige vleermuissoorten te identificeren en hun activiteitspatronen te bepalen. Elke vleermuissoort heeft zijn eigen roepje en frequentie. Na het onderzoek worden de bevindingen vastgelegd in een rapport. Hierbij kunnen wij ook aanbevelingen geven om te werken met een gedragscode of werkprotocol zodat de werkzaamheden op een slimme manier uitgevoerd kunnen worden.

  • Habitatgeschiktheid: Beoordelen van de geschiktheid van het gebied voor vleermuizen door te kijken naar potentiële verblijfsplaatsen zoals oude bomen, gebouwen.
  • Visuele Inspectie: Overdag inspecteren van mogelijke verblijfplaatsen zoals boomholtes, gebouwen en andere structuren waar vleermuizen zouden kunnen rusten
  • Nachtelijke Observatie: Uitvoeren van nachtelijke veldonderzoeken om vliegende vleermuizen te observeren en hun vliegroutes en jachtgedrag in kaart te brengen.

Vogels (Huismus en gierzwaluw)

Bij een flora- en faunacheck is het onderzoek naar vogels een essentieel onderdeel, omdat vogels Europees beschermde soorten zijn. De meeste soorten hebben een tijdelijke rust en verblijfplaats maar een aantal soorten keren jaarlijks terug naar hetzelfde nest of zelfde nestlocatie. Op dat moment is ook de nestlocatie en het nest ook beschermd. Roofvogels, huismussen en gierzwaluwen zijn voorbeelden van vogels die jaarrond of jaarlijks terugkeren naar dezelfde plek. Regelmatig doen wij onderzoek naar gierzwaluwen en huismussen omdat deze vaak in de stad voorkomen. Door de broed en verblijfplaatsen goed in kaart te brengen kan veelal gewerkt worden met gedragscode en een op maat gemaakt werkprotocol. Op die manier kan met goede planning  en zorgvuldig werken een bouw- of groenproject zonder vertraging uitgevoerd worden.

Onderzoek zoogdieren

Onderzoek naar zoogdieren binnen een flora- en faunainspectie is cruciaal om inzicht te krijgen in de aanwezigheid en het gedrag van zoogdieren in een bepaald gebied. Als er sporen of holen van zoogdieren worden aangetroffen bij een quickscan, dan wordt er bij de nadere inspectie bekeken of de verblijfplaatsen bewoond zijn en door wat. Niet alle zoogdieren zijn even streng beschermd, soms kan er gebruik gemaakt worden van een vrijstelling.  Met behulp van de bestaande gegevens uit de databanken wordt een inschatting gemaakt welke dieren aangetroffen kunnen worden. Tijdens het onderzoek wordt gebruik gemaakt van verschillende methoden om de aanwezigheid vast te stellen of uit te sluiten. In de rapportgae leggen wij de bevindingen vast en kunnen wij aanbevelingen of er met een gedragscode, werkprotocol of vrijstelling gewerkt kan worden.

 

Onderzoek Reptielen en amfibien

Het onderzoek naar reptielen en amfibieën binnen een flora- en faunaonderzoek is behoorlijk specialistisch. De soorten zijn lang niet altijd te zien door hun levenscyclus of de weersomstandigheden. Daarom is het erg belangrijk om goed onderzoek te doen naar waarnemingen in databases. De quickscan onderzoekt voornamelijk de geschiktheid van het leefgebied voor de soorten. Denk hierbij aan zonplekken voor reptielen en natte plekken voor de amfibieën. Planning van het onderzoek is doorslaggevend omdat alleen in de juiste periode van het jaar of warmste moment van de dag de soort kan worden vastgesteld.